Dieren van Amsterdamse kinderboerderijen gingen ondanks overeenkomst toch naar slacht

30  oktober 2018 – Uit een klein onderzoek van Diervriendelijke Kinderboerderijen, een initiatief van stichting Comité Dierennoodhulp, komt naar voren dat een behoorlijk deel van de 18 Amsterdamse kinderboerderijen die vorig jaar september de overeenkomst ‘Van hart voor dieren naar toekomstbestendig dierenwelzijn’ ondertekenden deze overeenkomst op belangrijke dierenwelzijnspunten niet zijn nagekomen. Dit terwijl er voor 2019 door de gemeente alweer 1,1 miljoen euro wordt uitgetrokken voor de kinderboerderijen. Comité Dierennoodhulp heeft aan het begin van haar onderzoek hierover al een brief geschreven aan de gemeenteraad. Deze brief werd op dinsdagmiddag 30 oktober behandeld in de commissie Wonen en Bouwen  en Comité Dierennoodhulp sprak hierover in. Het Comité Dierennoodhulp wil dat er onafhankelijke controle gaat komen op het nakomen van de overeenkomst en dat kinderboerderijen die zich niet houden aan de overeenkomst ook geen subsidie meer krijgen van de gemeente Amsterdam. Een kinderboerderij is immers geen opfokbedrijf. Comité Dierennoodhulp is van mening dat alle dieren die op de Amsterdamse kinderboerderijen leven daar oud behoren te worden.

“Het afgelopen jaar zijn door een deel van de deelnemende kinderboerderijen ondanks de door hun getekende overeenkomst heel wat overtallige dieren gefokt en ook zijn er dieren naar de slacht gegaan of terug naar fokker of handelaar wat in veel gevallen uiteindelijk ook een wisse dood voor de dieren betekent.  Al deze kinderboerderijen krijgen een fors bedrag aan subsidie van de gemeente, dit had daarom nooit mogen gebeuren. Niet alleen voor de dieren, maar ook voor de kinderen en de verzorgers die er een band mee opbouwen, is het veel fijner als de dieren oud mogen worden.” aldus Sandra van de Werd. Ook Anke Bakker van de Partij voor de dieren heeft hierover vragen gesteld en onlangs een amendement ingediend bij de begroting  waarin zij wil dat er ingezet gaat worden op diervriendelijke kinderboerderijen waar de dieren een onbezorgde oude dag krijgen en niet in het slachthuis belanden voor hun vlees.

 

Kinderboerderijen die zich niet hielden aan de overeenkomst

Hoewel het onderzoek nog gaande is en niet alle kinderboerderijen nog nagetrokken zijn, komt nu al naar voren dat minimaal 4 van de 18 kinderboerderijen zich niet hielden aan de door hen ondertekende overeenkomst voor een beter dierenwelzijn. Koploper was kinderboerderij Westerpark waar na de overeenkomst 2 varkens naar de slacht gingen en behoorlijk wat dieren geboren werden, nieuw werden aangeschaft en vertrokken. Ook schafte kinderboerderij Westerpark een jong trekpaard aan dat eenzaam tussen de kalveren staat en als attractie een koets moet gaan trekken. Kinderboerderij de Zimmerhoeve deed haar varkens doodleuk voor de zesde keer weer naar de slacht. Op kinderboerderij ’t Brinkie hield men in maart/april geitjes- en lammetjesdagen en konden kinderen iedere vrijdagmiddag kuikens vast houden. Ook voor kinderboerderij de Bijlmerweide begon de maand mei met een drukbezochte lammetjesdag, hadden  een aantal eenden een hoop jongen gekregen en kwamen er twee kalfjes van slechts een paar weken oud waarvan er slechts een mag blijven.

Uit de overeenkomst waar de kinderboerderijen zich niet aan houden:  2.1.4 Groepsdieren leven samen De Amsterdamse kinderboerderijen houden groepsdieren samen met soortgenoten, of er is de mogelijkheid hiermee contact te kunnen hebben. Ook wordt er, waar mogelijk, rekening gehouden met onderliggende familie- en vriendschapsbanden tussen de dieren. Groepsdieren die door omstandigheden toch alleen komen te leven worden zo mogelijk op deskundige wijze gekoppeld aan een soortgenoot of soortgenoten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de beschikbare expertise bij de kinderboerderijen of het netwerk daarbuiten.

2.2.2 De Amsterdamse kinderboerderijen ruilen of kopen hun dieren zo veel mogelijk bij collega-boerderijen, opvangorganisaties en erkende fokkers.

2.2.3. 3 Het geboren laten worden van dieren dient altijd een vooraf beschreven educatief doel. Daarbij wordt zo min mogelijk overschot van dieren gecreëerd. Dieren die niet gehouden kunnen worden op de kinderboerderij, worden op diervriendelijke wijze afgezet.